De avocado (Persea americana) is een boom uit Centraal-Amerika. Hij is bekend om zijn gelijknamige voor consumptie geschikte vrucht die ook wel advocaatpeer of, als hij eetrijp is, soms solange genoemd wordt. De naam avocado komt van het Nahuatl-woord ahuacatl, dat overigens ook 'teelbal' betekent.[1]
Mexico is een belangrijke exporteur van avocado's. Talrijke boomgaarden worden aangetroffen in de streek rond de stad Uruapan.
De avocado, endemisch in Centraal-Amerika, is een tot 20 meter hoge koude-gevoelige boom. Het is een groenblijvende plant, hoewel sommige planten hun bladeren verliezen vlak voor of tijdens de bloei. De boom draagt spiraalsgewijs ingeplante bladeren, van sterk variabele, ovale en langwerpige vorm. De bladeren staan op korte steeltjes. De avocado is eenhuizig, de bloemen zijn vrij klein (tot 1,3 cm in doorsnede) maar komen in groten getale voor. De boom wortelt zeer oppervlakkig, typisch is ook dat de wortels zeer weinig wortelhaartjes hebben. De avocadoboom is bijgevolg slecht in staat om water op te nemen en heeft een grote behoefte aan een reguliere watertoevoer. Stilstaand water rond de wortel werkt wortelrot in de hand, de plant gedijt dus het best op een goed doorlatende bodem.[2][3]
De avocado (normaliter bestoven door insecten) beschikt over een bijzonder mechanisme om inteelt te beperken. De avocado heeft twee soorten bloemen: type A en type B. Individuele planten hebben ofwel A-bloemen ofwel B-bloemen. De stempels van A-bloemen kunnen enkel op één specifieke ochtend stuifmeel ontvangen. De meeldraden van dit type bloemen zijn pas rond de middag van diezelfde dag in staat om hun stuifmeel te verspreiden. Bij B-bloemen is het zo dat de stempels op juist één namiddag in staat zijn om stuifmeel te ontvangen, hun meeldraden kunnen het stuifmeel pas tijdens de morgen van de volgende dag verspreiden. Op deze manier kunnen A-bloemen enkel bestoven worden door B-bloemen, zelfbestuiving wordt zo bemoeilijkt.[4]
De vrucht van de avocado is peervormig tot rond, 7 tot soms 20 cm lang en kan tot 2,3 kg wegen. De kleur varieert van groen tot donkerbruin en paars-achtig. De schil van de vrucht is min of meer oneffen of bobbelig. Het zachte, romige, vruchtvlees is groen of geel van kleur en smaakt nootachtig; rijp is het vruchtvlees vrijwel zacht als boter. De avocadovrucht is bijzonder voedzaam. In tegenstelling tot de meeste vruchten bevat de avocado zeer veel olie (5 tot 23 g per 100 g vruchtvlees). De olie in de vrucht bestaat voornamelijk uit onverzadigde vetten en heeft dus een gunstige invloed op het cholesterolgehalte. De avocado bevat ook veel mineralen zoals ijzer en kalium en is tevens rijk aan proteïne. Midden in de vrucht bevindt zich een grote houtige pit, die voor consumptie verwijderd wordt. Bij rijpe vruchten ligt de pit los en kan men, bij het schudden van de vrucht, de pit horen rollen.[2][3] Avocado's worden ook veel gebruikt in schoonheidsmaskers, omdat ze goed voor de huid zijn.[bron?]
Er worden drie ecologische rassen van de avocadoboom onderscheiden:
Deze wordt ook in o.a. in Engeland in de volle grond gekweekt.
Verder verschillen de rassen onder andere ook in bloeiseizoen, grootte en groeiperiode van de vrucht.[2][3]
Alle rassen kruisen vlot met elkaar; de meest geteelde vormen zijn namelijk hybriden tussen de verschillende rassen. Zo is bijvoorbeeld de 'Fuerte' een kruising tussen het Mexicaanse en het Guatemalteekse ras. Dit is tevens het meest verbouwde ras. Van de wilde vorm wordt in de teelt nog slechts de onderstam gebruikt om de veredelde rassen op te enten.[2]
Hoewel er circa 400 geteelde vormen bestaan, zijn er in Nederland en Vlaanderen over het algemeen vier verkrijgbaar.
Avocadovruchten worden voornamelijk rauw gegeten. Het verkleuren van het vruchtvlees bij blootstelling aan de lucht (enzymatische bruinkleuring) wordt tegengegaan met bijvoorbeeld citroensap.
De avocadovrucht speelt een belangrijke rol in bepaalde Centraal-Amerikaanse keukens, in Mexico wordt de vrucht bijvoorbeeld gebruikt als basis voor guacamole (avocadomoes) door het vruchtvlees fijn te maken.
Avocadomoes werd op de Antillen gemengd met alcohol tot een geel drankje. Door zeevaarders werd dit meegebracht naar Nederland, maar door gebrek aan avocado's ging men het drankje hier maken met eieren omdat die dezelfde kleur hadden als avocado's. Zo is in Nederland de likeur met de naam advocaat ontstaan.
De avocado heeft relatief gezien een hoog gehalte aan voedingsstoffen.[5] De vrucht kan, indien met mate gegeten, als gezond bestempeld worden.[6] Ze bevat kalium, vitamine B, foliumzuur en omega 3-vetzuren. De hoeveelheid voedingsvezels is 4,3 gram per 100 gram vruchtvlees.[7])
Bronnen, noten en/of referentiesDe avocado (Persea americana) is een boom uit Centraal-Amerika. Hij is bekend om zijn gelijknamige voor consumptie geschikte vrucht die ook wel advocaatpeer of, als hij eetrijp is, soms solange genoemd wordt. De naam avocado komt van het Nahuatl-woord ahuacatl, dat overigens ook 'teelbal' betekent.
Mexico is een belangrijke exporteur van avocado's. Talrijke boomgaarden worden aangetroffen in de streek rond de stad Uruapan.