dcsimg

Description

provided by World Register of Marine Species
Vormt vaak uitgebreide zilverachtige of glasachtige korsten. Zoïden ovaal tot zeshoekig en convex. Frontaal oppervlak dik, grof gekorreld en glasachtig. Gelijkmatig geperforeerd door vele heel kleine poriën. Opening als een halve cirkel met rechte proximale boord. De zes puntige orale stekels gaan vaak verloren bij oudere zoïden. De halvemaanvormige ascopore ligt op de distale zijde van een klein bultje proximaal van de opening. De polypide draagt 13 of 14 tentakels. Eén avicularium per zoïde, links of rechts van de ascopore. Rostrum kort driehoekig en onder een hoek met het frontale oppervlak. De mandibel is borstelvormig en variabel in lengte en lateraal of distolateraal gericht. Broedkamers bijna bolrond en frontaal lichtjes afgeplat, het oppervlak is gelijkmatig gekorreld. Embryo’s oranjerood. Ancestrula met ovale frontale membraan, omringd door ongeveer 9 stekels. Een afwijkende vorm ontwikkelt een dikke peristoom bij zoïden met een broedkamer; dit peristoom kan een volledige buis vormen over de broedkamer en omsluit de ascopore, soms met een venster boven deze ascopore.

Reference

De_blauwe, H. (2009). Mosdiertjes van de Zuidelijke Bocht van de Noordzee: Determinatiewerk voor België en Nederland. Vlaams Instituut voor de Zee, Oostende. 464.

license
cc-by-4.0
copyright
WoRMS Editorial Board
contributor
De Blauwe, Hans, H.

Diet

provided by World Register of Marine Species
Small microorganisms, including diatoms and other unicellular algae.

Reference

North-West Atlantic Ocean species (NWARMS)

license
cc-by-4.0
copyright
WoRMS Editorial Board
contributor
Kennedy, Mary [email]

Distribution

provided by World Register of Marine Species
southern Gaspe waters (Baie des Chaleurs, Gaspe Bay to American, Orphan and Bradelle banks; eastern boundary: eastern Bradelle Valley), Prince Edward Island (from the northern tip of Miscou Island, N.B. to Cape Breton Island south of Cheticamp, including the Northumberland Strait and Georges Bay to the Canso Strait causeway), middle North Shore (from Sept- Iles to Cape Whittle, including the Cape Breton Channel), ; lower North Shore; Cobscook Bay

Reference

North-West Atlantic Ocean species (NWARMS)

license
cc-by-4.0
copyright
WoRMS Editorial Board
contributor
Kennedy, Mary [email]

Distribution

provided by World Register of Marine Species
Loppens (1906) vond deze soort tamelijk algemeen op aangespoelde Flustra foliacea. Lacourt (1949) geeft vindplaatsen als de Oosterschelde, Schouwen, Scheveningen, Katwijk en Noordwijk op schelpen, Flustra foliacea, wieren, stenen en kurk. In juni 2005 werden 14 overleden kolonies opgevist op de Hinderbanken, enkele op stenen, de meeste op schelpkleppen; ook de afwijkende vorm met peristoom komt er voor. Ook op schelpkleppen die er in 1905 werden opgevist, is deze soort en de afwijkende vorm gevonden (collectie KBIN). Spoelt vaak aan op plastic en riemwiervoetjes. In Nederland aangetroffen op de Klaverbank door G. van Moorsel in 2002 (pers. med.).

References

  • De_blauwe, H. (2009). Mosdiertjes van de Zuidelijke Bocht van de Noordzee: Determinatiewerk voor België en Nederland. Vlaams Instituut voor de Zee, Oostende. 464.
  • Loppens, K. (1906). Bryozoaires marins et fluviatiles de la Belgique. Annales de la Société Royale Zoologique et Malacologique de Belgique 41: 286-321.
  • Lacourt, A.W. (1949). Bryozoa of the Netherlands. Archives Néerlandaises de Zoologie. 8(3): 1-33.

license
cc-by-4.0
copyright
WoRMS Editorial Board
contributor
De Blauwe, Hans, H.

Habitat

provided by World Register of Marine Species
infralittoral of the Gulf and estuary

Reference

North-West Atlantic Ocean species (NWARMS)

license
cc-by-4.0
copyright
WoRMS Editorial Board
contributor
Kennedy, Mary [email]